Schoonhovense Mixed Hockey Club


Geschiedenis van de hockeysport.
Gevonden bij de site van de KNHB


Inleiding
Het is natuurlijk hartstikke leuk om van je hobby een werkstuk te maken of een spreekbeurt te houden. Zo kun je de kinderen uit je klas over hockey vertellen en misschien zelfs wel enthousiast maken om lid te worden van een hockeyclub!

Degene die in Nederland als eerste over de geschiedenis van het hockeyspel schreef, was Jan Mulder. De informatie die je nu kunt lezen, is een vernieuwde versie van wat hij vroeger heeft nagezocht en opgeschreven. Zijn werk is aangevuld met opmerkingen en gegevens van Bert Bunnik en medewerkers van het bondsbureau van de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB).
Vanaf 1970 is het snel gegaan met de ontwikkelingen in de hockeysport. De groei van de hockeybond was enorm groot en op allerlei gebieden vonden vernieuwingen plaats. Denk maar aan andere manieren van trainen en het snellere spel op kunstgrasvelden en waterkunstgrasvelden. Daarbij komen de diverse toernooien die door onze nationale teams zijn gespeeld en waarbij veel prijzen zijn gewonnen. Allemaal informatie die natuurlijk interessant is om voor een werkstuk of spreekbeurt te gebruiken. Lees daarom deze informatie goed door, zodat je er een mooi verhaal van kunt maken! Veel leesplezier en succes!
   
Hoofdstuk I: Geschiedenis van de hockeysport

Oudheid
Meer dan 5000 jaar geleden speelden rijke Perzen een spel dat veel lijkt op polo, een spel dat nu nog wordt gespeeld. Polo is een soort hockey, alleen hierbij zitten de spelers op een paard en is de stick ietsje langer. De minder rijke mensen, zoals kinderen en arbeiders, wilden dit spel ook graag spelen, maar hadden geen geld om een paard te kopen. Zij maakten kortere stokken, zodat ze het spel gewoon op de grond konden spelen. Het echte polo met paarden verspreidde zich via India en Japan over een groot deel van Azië.
In Griekenland werd later ook polo gespeeld. Uit een opgraving die halverwege de 20e eeuw werd gedaan in Athene, de hoofdstad van Griekenland, is gebleken dat uit polo weer andere speelvormen met stok en bal ontstonden. Zo speelden de Grieken 478 jaar vóór Christus het spel Horn, ook met stok en bal. Hoe dat precies ging, weten we helaas niet.
De Romeinen speelden ook een soort hockey op het strand. Maar in plaats van een bal gebruikten ze een echte mensenschedel! Deskundigen denken dat het hockeyspel met bal en stok vanuit het Romeinse rijk uiteindelijk in Engeland terecht is gekomen.                             
                          
Afrika en Amerika
Lang geleden werd in Afrika door de Bahukastam een spel gespeeld dat thepu heette. De stokken die de mensen gebruikten, waren gemaakt van takken uit palmbomen. Met deze stok moest een rubberen bal in het doel van de tegenstander worden geslagen. Dit spel lijkt een beetje op grenshockey, wat je misschien wel eens op de training als oefening voor het slaan en stoppen hebt gedaan. In het oude Egypte werd een spel gespeeld waarvan de naam lijkt op hockey; hocksha. Ook hierbij gebruikten de mensen gesneden palmboomtakken en een harde bal. Dit spel schijnt overigens nog steeds in afgelegen gebieden van Egypte te worden gespeeld. Arabische stammen spelen het Egyptische hocksha met een houten bal. Dit spel heet dahwa en wordt vooral in Noord-Afrika gespeeld. De Azteken, een oude Indianenstam in Amerika, speelden een soort hockey tegen andere stammen. De ballen waren van hout gemaakt en de stokken van dierenbotten. Deze stokken hadden aan de onderkant eenzelfde soort krul als we die nu bij onze hockeystick hebben. De Mapuche-Huilliche Indianen van de Araucana-stam speelden een spel om te laten zien dat ze de strijd met een ander volk aandurfden. Dit spel heette chueca en werd gespeeld op een veld van ongeveer 200 tot 300 meter lang en 20 tot 30 meter breed. De spelers stonden twee aan twee tegenover elkaar. De wedstrijd begon met een bully en het was de bedoeling de bal over de achterlijn van de tegenpartij te slaan of te drijven. In de 17e eeuw werd dit spel verboden, omdat regelmatig te ruw werd gespeeld, waardoor mensen gewond raakten.   
                                         
Ook in onze jaartelling werd in Ierland een spel met stok en bal gespeeld, dat later de naam hurley (of baire) kreeg. Het spel is voortgekomen uit de Keltische cultuur en wordt nog altijd gespeeld in Ierland. In Frankrijk speelden de mensen crosse, een balspel met een kromme stok met een dikker uiteinde, op een veld van ongeveer 300 meter lang. Meestal speelden twee dorpen uit de buurt tegen elkaar. Halverwege de 18e eeuw werd dit spel niet meer gespeeld. Toen Hendrik II in Engeland regeerde, ging men daar ook het Ierse hurley spelen. De Engelsen gaven het spel een andere naam,  kappan. In de 17e eeuw veranderde de naam in bandy. Bandy werd gespeeld op harde stranden of op ijsvlakten. Bandy dat op ijs werd gespeeld, heette ook wel hockey on ice, en werd al snel populair, ook in de rest van Europa. Overal werd weer een andere versie van het spel met de stick met twee platte kanten en een houten schijf gespeeld. Het aantal spelers per team wisselde van 15 tot soms wel 100 personen! In Engeland waren in de 18e eeuw verschillende spelen verboden, omdat ze te gevaarlijk waren. Later in de 19e eeuw werden allerlei spullen ontwikkeld om de spelers te beschermen tegen verwondingen. Daardoor konden de spelen weer worden beoefend. Vooral op scholen en universiteiten in Engeland werd toen (en nu nog steeds) veel aan sport gedaan. Hockey was een van die sporten. De naam hockey is volgens velen afgeleid van het Engelse woord hook (haak), maar sommige Fransen beweren dat het van het franse woord hoquet (herdersstaf) komt. Je kunt wel zeggen dat de Engelsen ervoor hebben gezorgd dat het moderne hockey nu in veel landen actief wordt beoefend. Zij brachten de sport over naar Australië, Nieuw-Zeeland en Brits-Indië (nu India en Pakistan). Vooral in dat laatste gebied werd de sport heel populair. De manier waarop de mensen daar met de stick en bal om konden gaan, was heel bijzonder. Technisch waren zij dan ook de beste hockeyers van dat moment.
                         
Nederland
In 1891 bracht Pim Mulier het veldhockey van Engeland naar Nederland. Haarlem was de stad waar het eerste hockey op gras werd gespeeld. Bandyspelers gingen buiten het winterseizoen veldhockey spelen. In 1895 werd al gespeeld om het kampioenschap van Nederland; de winnaar kreeg de Pim Mulier-wisselbeker. In 1898 werd door vijf clubs de Nederlandsche Hockey en Bandy Bond (NHBB) opgericht in hotel Krasnapolsky te Amsterdam. Vlak na de oprichting verlieten de bandyspelers de bond en gingen ze hun eigen weg. In 1909 waren elf verenigingen lid van de NHBB, in 1919 waren dat er al 29.
 
Nederland speelde in het begin met een aantal eigen regels. Zo had de stick twee platte kanten en was de bal gemaakt van gevlochte touw en canvas. De bal was groter en veel lichter dan nu en omdat hij een oranje kleur had, werd hij de sinaasappel genoemd. Spelers mochten de bal met de voet stoppen en de tegenstander met de stick haken. Als een van de aanvallers de bal kreeg terwijl hij dichter bij de doellijn stond dan minstens drie tegenstanders, stond hij buitenspel en kreeg hij een vrije slag tegen. Deze regels waren natuurlijk niet zo handig in wedstrijden tegen teams uit andere landen. En omdat Nederland met het heren hockeyteam wilde deelnemen aan de eigen Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam, gingen we vanaf 1926 volgens de internationale regels spelen. In datzelfde jaar werd ons land ook lid van de Internationale Hockey Federatie, de FIH. 

Na de mooie tweede plaats van het Nederlands herenteam op de Olympische Spelen in Amsterdam in 1928, gingen veel mensen hockeyen. Vooral kinderen wilden het hockeyspel wel een keertje proberen. Door de grote groei van jeugdleden werd in 1932 het jeugdhockey georganiseerd door de hockeybond. Tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) werd nog steeds competitie gespeeld, maar in mindere mate. Alleen in 1945 lag de competitie helemaal stil. Toch bleef de hockeybond groeien: na de oorlog had zij al 15.000 leden!
Vanaf 1970 kwamen er meer toernooien, zoals de Europese- en Wereldkampioenschappen voor landenteams en de Europacup voor landskampioenen. Nadat de Nederlandse heren in 1973 in Amstelveen wereldkampioen waren geworden, werd hockey nog  populairder in Nederland. Inmiddels telt de KNHB in 2003 150.000 leden.
  
Geschiedenis van het dameshockey
Aan het einde van de 19e eeuw speelde een aantal dames uit Haarlem en omgeving bandy op de bevroren vijver van het vroegere jachtgebied van Graaf Floris V. Met de komst van het veldhockey in Nederland gingen dames ook op gras hockeyen. In die tijd was er al contact met Engelse clubs en werden er ook wedstrijden gespeeld. In 1911 werd de Nederlandse Dames Hockey Bond (NDHB) opgericht. De competitie vond plaats op doordeweekse dagen met de regels van toen. In 1913 verschoof de competitie naar de zaterdag, maar vanaf 1918 werd de damescompetitie op zondag gespeeld. Net als de heren hockeyden de dames vanaf 1926 volgens de Engelse regels. Tijdens de Tweede Wereldoorlog eiste de Duitse bezetter dat de NDHB zich aansloot bij de KNHB. De voorzitster van de damesbond werd het eerste vrouwelijke bestuurslid van de KNHB. In 1951 organiseerde Nederland het eerste internationale Dames Hockeytoernooi, waar Franse en Zwitserse vrouwenteams aan deelnamen. In de jaren vijftig en zestig nam het Nederlandse dameshockeyteam deel aan verschillende wereldtoernooien. In 1971 wonnen de Oranje dames in Auckland (Nieuw-Zeeland) het eerste wereldbekertoernooi van de IFWHA (International Federation of Woman's Hockey Associations, de internationale dames hockeybond). Drie jaar later werd in het Wembley stadion in Londen voor de eerste keer in de hockeygeschiedenis van de Engelse dames gewonnen.
Zoals je in hoofdstuk drie van dit boekje kunt lezen, speelden de dames een aantal jaren twee soorten wereldkampioenschappen: die van de International Federation of Woman's Hockey Associations (IFWHA) en de officiële World Cup van de Internationale Hockey Federatie (FIH). Maar als de dames ooit wilden meedoen aan de Olympische Spelen, dan moesten ze zich definitief aansluiten bij de FIH. De voorzitter van de KNHB zorgde ervoor dat in 1973 (tijdens het wereldkampioenschap voor heren in Amstelveen) een bijeenkomst van de twee bonden plaatsvond waarin zij de mogelijkheid tot samenwerking bespraken. Uiteindelijk sloot de IFWHA zich in 1978 aan bij de FIH, zodat er vanaf toen één internationale hockeybond voor dames en heren was: de FIH.
 
Geschiedenis van het jeugdhockey
Zoals je eerder in dit boekje hebt kunnen lezen, werd vanaf 1931 meer aandacht aan de jeugd besteed. In 1951 werd op de Veluwe het eerste jeugdhockeykamp georganiseerd en dit werd vele jaren met succes gehouden. In de districten en ook op nationaal niveau werden allerlei commissies opgericht die zich bezighielden met het jeugdhockey. Er kwamen ook nationale jeugdelftallen die internationaal veel succes behaalden.
Omdat de Nederlandse teams op internationale toernooien zo goed presteerden, wilden steeds meer kinderen gaan hockeyen. In 1968 werd de jeugd op leeftijd ingedeeld in 4 groepen: A (16-18 jaar), B (14-16 jaar), C (12-14 jaar) en D (10-12 jaar). In 1975 kwam daar nog een E-categorie bij voor kinderen van 8-10 jaar. De E-tjes worden nu ook wel mini's genoemd. Zij hockeyen op een kwart veld met kleine teams bijvoorbeeld '6 tegen 6' of  '8 tegen 8'. Later is bij de jongste jeugd nog een groep gekomen: de F-jes. Zij zijn 6 of 7 jaar en leren op speelse manier hockeyen. Zij worden ook wel de 'benjamins' genoemd.
 
Geschiedenis van het zaalhockey
In Duitsland en Oostenrijk werd in Europa als eerste zaalhockey gespeeld. Pas toen in 1962/1963 in Nederland de winter zo streng was dat lange tijd niet op het veld kon worden gespeeld, gingen veel mensen zaalhockeyen. In 1964 deed het Nederlands zaalhockeyteam mee aan een toernooi in Antwerpen en eindigde daar op de 4e plaats. In het seizoen 1969/1970 werden in het hele land districtswedstrijden georganiseerd. In Leiden werd daarna om het Nederlands kampioenschap gestreden, waar 25 dames- en 35 herenteams aan deelnamen.
In 1975 worden voor de eerste keer ook jeugdkampioenschappen georganiseerd. Sinds 1989 wordt de zaalhockeycompetitie door de districten georganiseerd. De nationale teams deden van 1990 tot 2000 niet mee aan internationale zaalhockeywedstrijden. Dit kwam vooral door het drukke veldhockeyprogramma van de internationals, waardoor er te weinig tijd en geld over was voor internationaal zaalhockey. Door de toegenomen populariteit van zaalhockey in Nederland speelde het Nederlands herenteam in 2000 sinds lange tijd weer eens een Europees Kampioenschap zaalhockey voor B-landen, ze wonnen dit toernooi en promoveerden naar de A-divisie. Vandaar dat Nederland nu is ingedeeld bij het EK voor A-landen. 

Bondsbureau KNHB
In 1932 was het eerste bondsbureau maar een klein kamertje in Hilversum waar één persoon werkte. Maar het bondsbureau is net als de hockeybond in al die jaren erg gegroeid. Na kantoren in Hilversum, Amsterdam en Amstelveen, is het bondsbureau nu in Utrecht in de provincie Utrecht gevestigd. Er werken ongeveer dertig betaalde werknemers, die ervoor zorgen dat in Nederland zo goed mogelijk kan worden gehockeyd. De zes districtsbesturen en kantoren in Nederland helpen het bondsbureau daarbij. Zij organiseren onder andere de zaalhockeycompetitie in de districten. Iedereen die vragen heeft over hockey kan naar het bondsbureau bellen, schrijven of e-mailen. 
 

Hockeyopleidingen
Het district Zuid-Nederland begon in 1960 met het organiseren van cursussen voor jeugdhockeyleiders. Mevrouw Fonteyn en de heren Van Heumen en Van Rooy hielden zich in die tijd bezig met het opzetten van diverse hockeyopleidingen. In 1970 werd de Commissie Hockey Opleidingen (CHO) opgericht. Deze commissie organiseerde allerlei cursussen, zoals Jeugdhockeybegeleider, Jeugdhockeytrainer en Hockeytrainer/coach A en B. Hierdoor werden hockeyers bij de verenigingen beter getraind en begeleid, zodat het hockeyniveau in Nederland beter werd. De naam veranderde in het seizoen 1986/1987 in de commissie Hockeyontwikkeling Topsportcoördinatie en Opleidingen (HTO). Sinds 1989 heet de commissie Hockeyontwikkeling Opleidingen en Jeugd (HOJ). De commissie HOJ zorgt er nu voor, dat:
-          de kwaliteit van de cursussen goed blijft;
-          de kwaliteit van de docenten goed blijft;
-          informatie wordt gegeven via cursusboeken en andere KNHB-uitgaven;
-          (internationale) ontwikkelingen worden bijgehouden;
-          bijscholingen voor trainers/coaches worden georganiseerd, zodat trainers en coaches op de hoogte blijven van de ontwikkelingen;

-          mensen enthousiast worden gemaakt om aan cursussen en bijscholingen mee te doen;
-          het contact met de verenigingen goed blijft;
-          projecten worden georganiseerd (zoals: Spelregelkennislijn voor de jeugd);
-          brochures verschijnen die de verenigingen kunnen helpen bij de organisatie van cursussen
-          het vakblad hockey op de site invulling krijgt
 
Het cursusaanbod van de KNHB is al aardig gegroeid. De meeste opleidingen zijn verdeeld in zogenaamde modules. Een module is een deel van een opleiding waarin één onderwerp wordt behandeld uit het hele pakket van de cursus. Iedere module wordt afgesloten met een certificaat (soort deeldiploma). Wanneer de cursist alle modules van de opleiding heeft gevolgd en afgemaakt, krijgt hij het diploma. Op deze manier kunnen mensen zelf hun tijd indelen en hoeven zij niet een lange cursus in één keer te volgen, maar stapje voor stapje, zoals het hen uitkomt. 

Hockey Magazine
In 1931 verscheen het eerste nummer van de Hockey Sport, de voorloper van Hockey Magazine. Jan Hoven werd hoofdredacteur en bleef tot 1958 in deze functie. Daarna werden Wim Kortland, Willem Brand, Jan Okkinga, Jan Mulder, Aad Gaanderse en Jan de Deugd hoofdredacteur. In 1986/1987 veranderde de naam in Hockey Magazine en verscheen het blad één keer in de maand. Hockey Magazine Actueel verscheen tijdens de competitie elke week. In het seizoen 1993/1994 verscheen Hockey Magazine tijdens de competitie weer wekelijks en kwam vier keer per jaar een Hockey Magazine Special uit die gratis naar alle leden werd gestuurd. Vanaf heden verschijnt Hockey Magazine op A4-formaat (tijdschrift) en is de Special een uitgebreide variant hier op. Drie keer per jaar ontvangen alle KNHB-leden  deze Hockey Magazine Special. tevens is het abonnement uitgebreid met een Online nieuwsbrief.
 
Wereld hockeybond
De Internationale Hockey Federatie (FIH) werd in 1924 in Parijs opgericht. Twee jaar later sloot Nederland zich aan bij de FIH. Aan het begin van de Tweede Wereldoolog waren al veertien landen lid van de FIH. Voordat er officieel internationale toernooien werden gespeeld, hield de FIH een lijst bij van beste hockeylanden. In 1955 stond Nederland tweede op deze lijst. De FIH startte in 1970 met het hockeytijdschrift World Hockey, dat nu nog steeds eens in de twee maanden verschijnt. De bond heeft haar kantoor in Brussel, België. Van daaruit regelt ze de internationale toernooien en evenementen die over de hele wereld worden gehouden. De FIH is verantwoordelijk voor de officiële internationale wedstrijden die buiten Europa worden gespeeld, zoals de Wereldkampioen-schappen op het veld (en vanaf 2003 ook in de zaal) en de Champions Trophy. In 2001 zijn 112 landen lid van de FIH.
 
Europese hockeybond
Op een gegeven moment kon de FIH al het werk niet meer aan en besloot daarom dat de verschillende continenten (werelddelen) hun eigen zaakjes moesten regelen. Dus werd in de jaren zestig de Europese Hockey Federatie (EHF) opgericht. In 1992 waren 36 bonden uit 24 landen lid van de EHF. Dat er meer bonden waren dan landen, komt omdat veel Europese landen toen nog twee bonden hadden: één voor de dames en één voor de heren. In de jaren '90 gingen veel nationale dames- en herenbonden samen in één organisatie. In 2001 waren er 42 bonden uit evenveel landen lid van de EHF. Tot 1996 was het hoofdkantoor van de EHF in Den Haag gevestigd, nu zit het in Dublin (Ierland).

De EHF regelt de Europese wedstrijden en is daar dus ook verantwoordelijk voor. Alleen wanneer bij een Europese kampioenswedstrijd kwalificatie voor een wereldtoernooi kan worden behaald, heeft de FIH de verantwoordelijkheid. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Europese Kampioenschappen van de beide Jong Oranje teams die eens in de vier jaar worden gespeeld. Ieder jaar organiseert de EHF de Europese clubkampioenschappen (Europacup I). Voor de heren gebeurt dat al sinds 1969 en voor de dames sinds 1974. Sinds een aantal jaren is er ook een Europees kampioenschap voor bekerwinnaars: de Cup Winners Cup (Europacup II). Sinds 1990 organiseert de EHF ook ieder jaar de Europese zaalhockeykampioenschappen voor clubs. Ook worden sinds kort de Europese zaalhockeykampioen-schappen voor landenteams gespeeld.
                              
Hoofdstuk II: Het veldhockeyspel

Het speelveld
Het hockeyveld heeft een rechthoekige vorm van 91 meter lang en 55 meter breed. Alle grenzen worden aangegeven met een witte lijn van ongeveer 7,5 cm breed. De lange lijnen heten zijlijnen en de korte lijnen heten achterlijnen. Het deel van de achterlijn dat tussen de doelpalen loopt, heet de doellijn. Op het veld zijn twee cirkels, twee 23-meterlijnen en een middelijn aangebracht. Op 6,4 meter van beide doelen ligt een 15 cm dikke stip. Deze stip is de plaats waar de strafbal wordt genomen.

De stick
Om te kunnen hockeyen, heb je natuurlijk een stick nodig. De eerste hockeysticks waren heel hard en helemaal niet buigbaar, dit kwam doordat ze uit één stuk hout werden gemaakt. Veel houten sticks die we nu in Nederland gebruiken, worden tegenwoordig in India en Pakistan gemaakt. De duurste worden verstevigd door kunststof met moeilijke namen, zoals: glasfiber, polyfiber, aramide en carbon. Tot een paar jaar geleden werden er ook aluminium sticks verkocht, maar omdat bij een breuk van deze stick de haak nog wel eens scherpe punten had, werd de haak een levensgevaarlijk projectiel. Daardoor zijn aluminnium sticks omstreeks 1998 verboden. Tegenwoordig word veel gebruik gemaakt van kunststofsticks. De stick wordt grotendeels gemaakt uit een mal. Dit is de kern van een kunststofstick, maar de stick komt ruw uit zo´n mal. Na vele malen lakken en verf spuiten krijgt de stick zijn gladde vorm. Veelal bezit zo´n stick de kunststoffen die ook bij houten sticks worden gebruikt om de stick te verstevigen: glasfiber, polyfiber, aramide en carbon. Voordeel van zo´n kunststofstick is dat alle sticks hetzelfde zijn doordat ze uit een mal komen, dus je hebt niet zoals bij houten sticks last van nerven, wat vaak een breuk veroorzaakt.
Een stick mag tussen de 340 gram en 794 gram wegen. Daarnaast moet de stick door een ring met een diameter (grootte van de circel van de ring) van 5,10 cm kunnen worden gehaald. Als een stick daar niet doorheen kan, mag er niet mee worden gespeeld.
 
De bal
Vroeger speelden mensen met alles wat rond was. Rond 1950 werd met een bal van kurk gespeeld of met ballen van paardenhaar met daar omheen een laagje van kurk of leer. Tegenwoordig gebruiken we allerlei kunststofballen die soms worden gevuld om het juiste gewicht te krijgen. Een bal mag tussen de 156 en 163 gram wegen. De omtrek van de bal ligt tussen de 22,4 cm en 23,5 cm. De buitenkant van de bal is meestal glad, maar een naad of kleine putjes zijn toegestaan (dimple-bal). Dimple ballen worden vaak gebruikt bij hockey op een waterveld omdat deze ballen sneller rollen dan gladde ballen.
 
De wedstrijd
Een veldhockeywedstrijd duurt 2 x 35 minuten en wordt gespeeld door twee teams met ieder elf spelers. De twee scheidsrechters leiden de wedstrijd, die begint met de toss, waarbij de aanvoerders van de teams de speelrichting of de beginslag kiezen. Een beginslag wordt op de middenlijn genomen. Wanneer een van de teams een doelpunt heeft gescoord, neemt het andere team weer een beginslag vanaf de middenlijn. Er kan alleen worden gescoord wanneer de aanvallende partij de bal in de cirkel van de tegenstander heeft aangeraakt. Een bal die van buiten de cirkel op doel wordt geslagen en zonder aanraking door een aanvaller van de eigen partij in het doel terechtkomt, telt niet als doelpunt. De scheidsrechter geeft dan aan dat de verdedigende partij mag uitslaan.

Andere regels
Er zijn natuurlijk veel meer spelregels waaraan de spelers zich moeten houden tijdens een wedstrijd. Deze spelregels staan in het spelreglement van de KNHB. Er zijn aparte reglementen voor veldhockey en zaalhockey. Maar behalve deze spelregels gelden bij hockey ook zogenaamde 'omgangsregels' waaraan spelers zich moeten houden, zodat ze zich op het veld netjes en sportief gedragen (normen & waarden). En verenigingen moeten ervoor zorgen dat de wedstrijdformulieren goed worden ingevuld en naar de hockeybond worden gestuurd. Deze en andere regels staan in het Bondsreglement, de Statuten, het Huishoudelijk Reglement en het Tuchtreglement van de KNHB.
 
Hoofdstuk III: Overzichten Nederlands Heren- en Damesteam

Coaches Heren sinds 1928

1928-1936 L.J.(Ome Jaap) Quarles van Ufford
1936-1939 J.F. Wagener
1948-1950 Huib Dupon 
1950-1951 Piet Nefkens
1951  J.G. Harkema      
1952-1957 Rein de Waal
1957-1960 Dick Loggere
1960-1961 Jan Anjema 
1969-1970 Roepie Kruize
1970 Jules Ancion
1971-1973 Ab van Grimbergen
1973-1975 Cees Tania
1975-1986 Wim van Heumen
1986-1987 Frans Spits
1987-1990 Hans Jorritsma
1990-1991 Rob Bianchi
1991-1993 Hans Jorritsma
1993-1998 Roeland Oltmans
1998-2000 Maurits Hendriks
2000-2003 Joost Bellaart 
2003-2004 Terry Walsh
2005-         Roelant Oltmans

Coaches Dames sinds 1965
 
1965-1974 Jo Jurissen  
1975-1977 Riet Küper
1977-1980 Huib Timmermans
1980-1989 Gijs van Heumen
1989-1993 Roeland Oltmans
1993-1994 Bert Wenkink
1994-2000 Tom van ´t Hek
2000-.....      Marc Lammers
 

Resultaten titeltoernooien
Hieronder volgen de resultaten van de heren en dames bij de grote internationale titeltoernooien.
Voor de duidelijkheid: goud is kampioen, zilver is de 2e plaats en brons staat voor de 3e plaats.
 
Heren 

Olympische Spelen

1928 Amsterdam                          zilver
1932 Los Angeles (USA)               Nederland deed niet mee
1936 Berlijn (Duitsland)                 brons
1948 Londen (Engeland)              brons
1952 Helsinki (Finland)                 zilver
1956 Melbourne (Australië)          Nederland deed niet mee (officieel teruggetrokken)
1960 Rome (Italië)                       9e plaats
1964 Tokyo (Japan)                      7e plaats
1968 Mexico City (Mexico)   5e plaats   
1972 München (Duitsland)             4e plaats
1976 Montreal (Canada)                4e plaats
1980 Moskou (Rusland)                 Nederland deed niet mee (internationale boycot)
1984 Los Angeles (USA)               6e plaats
1988 Seoul (Zuid-Korea)              brons
1992 Barcelona (Spanje)               4e plaats
1996 Atlanta (USA)                        goud
2000 Sydney (Australië)                 goud
2004 Athene (Griekenland)    zilver

Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er geen Olympische Spelen (1940 en 1944). Nederland deed in 1980 niet mee aan de Olympische Spelen in Moskou. Veel landen waren het in die tijd niet eens met de politiek van Rusland en weigerden daarom naar Moskou te gaan.

Wereldkampioenschappen
1973 Amstelveen goud
1975 Kuala Lumpur (Maleisië)          9e plaats
1978 Buenos Aires (Argentinië)         zilver
1982 Bombay (India) 4e plaats    
1986 Londen (Engeland)                  7e plaats
1990 Lahore (Pakistan)                     goud
1994 Sydney (Australië)                     zilver
1998 Utrecht                                       goud
2002 Kuala Lumpur (Maleisië)            brons 

Europese Kampioenschappen
1974 Madrid (Spanje)                          brons
1978 Hannover (Duitsland)                zilver
1983 Amstelveen                                goud
1987 Moskou (Rusland)                      goud
1991 Parijs (Frankrijk)                          zilver
1995 Dublin (Ierland)                          zilver
1999 Padova (Italië)                             zilver
2003 Barcelona (Spanje)                    4e plaats 

Champions Trophy
1980 Karachi (Pakistan) 4e plaats
1981 Karachi (Pakistan)                     goud
1982 Amstelveen        &, nbsp;                       goud
1983 Karachi (Pakistan)                     5e plaats
1984 Karachi (Pakistan)                      4e plaats
1985 Perth (Australië)                         5e plaats
1986 Karachi (Pakistan)                   6e plaats
1987 Amstelveen                                 zilver
1988 Lahore (Pakistan)                       Nederland deed niet mee (niet geplaatst)
1989 Berlijn (Duitsland)                       zilver
1990 Melbourne (Australië)                 zilver
1991 Berlijn (Duitsland )                      brons
1992 Karachi (Pakistan)                     4e plaats
1993 Kuala Lumpur (Maleisië)           brons
1994 Lahore (Pakistan)                    brons
1995 Berlijn (Duitsland)                   4e plaats
1996 Madras (India)                           4e plaats
1997 Adelaide (Australië)                     4e plaats
1998 Lahore (Pakistan)                       goud
1999 Brisbane (Australië)                    brons
2000 Amstelveen                                 goud
2001 Rotterdam                                  brons
2002 Keulen (Duitsland)                     goud
2003 Amstelveen                                goud   
 

Dames

Olympische Spelen
1980 Moskou (Rusland)                    Nederland deed niet mee (internationale boycot)
1984 Los Angeles (USA)                   goud
1988 Seoul (Zuid-Korea)                   brons
1992 Barcelona (Spanje)                   6e plaats
1996 Atlanta (USA)                             brons
2000 Sydney (Australië)                     brons
2004 Athene (Griekenland)  zilver

Wereldkampioenschappen

FIH-toernooien World Cup  
1974 Mandelieu (Frankrijk)                   goud
1976 Berlijn (Duitsland)                         brons
1978 Madrid (Spanje)                           goud
1981 Buenos Aires (Argentinië)           zilver
1983 Kuala Lumpur (Maleisië)               goud
1986 Amstelveen                                 goud
1990 Sydney (Australië)                       goud
1994 Dublin (Ierland)                           6e plaats
1998 Utrecht                                          zilver
2002 Perth (Australië)                             zilver 

IFWHA-toernooien

 

1975 Edinburgh (Schotland)   4e plaats
1979 Vancouver (Canada)                      goud

Europese Kampioenschappen
 
1984 Lille (Frankrijk) goud
1987 Londen (Engeland)                      goud
1991 Brussel (België)                          4e plaats
1995 Amstelveen                                 goud
1999 Keulen (Duitsland)                       goud
2003 Barcelona (Spanje)                       goud

Champions Trophy
 
1987 Amstelveen goud
1989 Frankfurt (Duitsland)                  5e plaats
1991 Berlijn (Duitsland )                       brons
1993 Amstelveen                               zilver
1995 Mar del Plata (Argentinië)           Nederland deed niet mee (niet geplaatst)
1997 Berlijn (Duitsland)                       brons
1999 Brisbane (Australië)                    zilver
2000 Amstelveen                                goud
2001 Amstelveen                                zilver
2002 Macau (China)                            brons
2003 Sydney (Australië)  brons
 

Belangrijke data voor het Nederlandse hockey
1897 - Pim Mulier brengt hockey van Engeland naar Nederland
1898 - Oprichting van de Nederlandsche Hockey en Bandy Bond (NHBB) in Krasnapolsky in Amsterdam
1911 - Oprichting van de Nederlandsche Dames Hockey Bond (NDHB)
1926 - Invoering Engelse regels, Nederland wordt lid van de FIH, 1e Heren interland: België
            Nederland, uitslag: 1-2

1931 - District Zuid doet mee aan de competitie
1932 - Jeugdhockey wordt georganiseerd
1935 - De NHBB haalt het woord Bandy uit haar naam en wordt de Nederlandsche Hockey Bond (NHB)
1938 - De NHB bestaat 40 jaar en mag zich vanaf nu de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond noemen.
1941 - De Nederlands Dames Hockey Bond gaat samen met de KNHB als KNHB verder
1966 - Piet Duinker wordt de eerste directeur van de KNHB.
          (Jan-Willem Gast volgt hem op in 1983, in 1992 - Komt George Görtemöller en in 1993 wordt Johan Wakkie directeur)
1968 - Jan Mulder maakt een begin met de opleidingen
1970 - De commissie Hockey Opleidingen (CHO) wordt opgericht
1971 - Reclameborden rondom de velden wordt toegestaan
1973 - Start van de Hoofdklassecompetitie
            De Nederlandse heren worden in Amstelveen Wereldkampioen
1975 - De FIH keurt het spelen op kunstgras goed, de KNHB daarna ook.
           Wim van Heumen wordt bondsoefenmeester (bondscoach). 
           Wim heeft een heel belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van het hockey (op het veld, in
           de zaal en in het minihockey) en de opleidingen
1976 - Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) laat dameshockey toe bij de Olympische Spelen 
            van in Moskou. (Omdat Nederland de boycot tegen Rusland steunt, doen in Moskou helemaal 
            geen  Nederlandse teams mee)
1980 - Hockeyclub Kampong in Utrecht krijgt het eerste kunstgrasveld van Nederland.
1990 - Beide oranjeteams worden wereldkampioen
1991 - Reclame op wedstrijdkleding wordt toegelaten
1992 - Instelling van de Trimledencategorie
1995 - De dames worden Europees kampioen in Amstelveen
1998 - In Utrecht wordt het dubbel WK gehouden. De heren worden wereldkampioen en de dames halen zilver.
2000 - Op de Olympische Spelen in Sydney halen de dames brons en de heren worden Olympisch kampioen
2001 - Record ledenaantal KNHB
2002 - WK Malesie-Heren winnen brons, CT 2002- Heren winnen goud, WK Perth-Dames zilver
2003 - KNHB huldigt 150.000ste lid, CT 2003- Heren winnen goud, EK Barcelona Dames goud, EK  Barcelona Heren 4e plaats.
2004 - Op de Olympische Spelen in Athene halen de heren en dames zilver.